“Kijk daar eens lieverd! Zie je al die kinderen daar in de sneeuw spelen? Zie je hoeveel plezier zij daar hebben? Daar hoef je niet meer aan slangetjes te zitten, daar hoef je niet meer naar het ziekenhuis. Daar kun je gewoon lekker spelen en hoef je je geen zorgen meer te maken.”
“Ga maar even kijken, maar kleed je wel warm. De sneeuw is namelijk heel erg koud. Hier, doe maar lekker deze sjaal om. En drink nog even je warme chocomel op. Ga nou maar lekker.”
“Ga er maar naartoe lieverd, het is goed. Papa en mama houden van je. Ga nu maar spelen.”
Langzaam zien wij haar verdwijnen. Het witte licht in. Wat voor haar een verlossing is, is voor ons de grootste pijn die wij ooit gekend hebben. Dit zal namelijk de laatste keer zijn dat we haar zien. Afscheid nemen is te moeilijk, dus sturen we haar weg om te gaan spelen met de kinderen in de te witte sneeuw.
Maar daar is het beter. Daar zal zij gelukkig zijn. Daar zal zij eindelijk het leven krijgen wat zij verdient en wat wij haar altijd al hebben willen geven. De verlossing van die verschrikkelijke ziekte. Die ons kleine meisje zoveel pijn heeft gedaan. Die wij niet van haar weg konden nemen, hoe graag wij dit ook wilden.
Er is daar geen reden om bang te zijn, want pijn bestaat er niet. Alles is er mooi en fijn. Alsof elke dag nog beter is als de dag ervoor. En ons missen zal ze niet. Wij zullen altijd bij haar zijn. Vanuit ons hart zullen we haar altijd beschermen en dit zal zij weten. Dit zal zij voelen.
Onze tranen vallen als sneeuwvlokjes naar beneden op haar mooie gezichtje. Op die heerlijke rode wangen, haar warme winterjas en haar mooie mutsje. We voelen dat ze gelukkig is. We weten dat ze blij is.
Nu heeft zij eindelijk verlossing gevonden, maar is ons leven helemaal kapot. Als 10.000 sneeuwvlokken uit elkaar gevallen. Want daar waar winterwonderland een engel, onze engel, rijker is, zijn wij, wij die hier achterblijven, een engel verloren.
Dit verhaal maakte onderdeel uit van de CB Winterwonderlandverhalenwedstrijd 2023 en is geschreven door Tara Landman