Studenten van de specialisatie Educatie & Ontwikkeling ontwikkelden verschillende creatieve tools over cyberpesten, sexting en grooming, die nu door de politie worden gebruikt in het Mobiel Media Lab. We spraken met docent Janko Bartelink, die dit project niet alleen begeleidde, maar ook zelf vormgaf. “Ik vond het ontzettend gaaf om dit te mogen ontwikkelen.“
Hoe liep de ontwikkeling van het project?
“Ongeveer een half jaar voor de start van het project kwam de opdrachtgever, de politieafdeling Dinkelland, met een vraag bij mij. Begin mei zou namelijk het Mobiel Media Lab in hun dorpen rondrijden. Dat is een vrachtwagen die onder andere langs scholen rijdt en waarin jeugdagenten met jongeren praten over thema’s die voor hen relevant zijn. In dit geval ging het om de onderwerpen: cyberpesten, sexting en grooming. De politie wilde daar graag toffe lessen bij hebben die de kinderen echt aanspreken, bedacht door studenten.
In overleg met de politie heb ik toen een educatief concept ontwikkeld waarvoor drie middelen nodig waren. Dat concept en het vooronderzoek heb ik vervolgens aan studenten overgedragen met aan hen de vraag hier tools bij te ontwikkelen. Sommigen kozen voor een game, anderen voor een animatie, en weer anderen voor een folder. Het ontwikkelproces was dus ook verschillend per middel. Tijdens het proces heb ik sterk ingezet op het bewaren van de balans tussen aan de ene kant creatieve ruimte, en aan de andere kant het aanbrengen van structuur in je proces. Hoe zorg je ervoor dat je niet zomaar je allereerste idee gaat uitvoeren?
Voordat ik les ging geven bij Creative Business, heb ik vijftien jaar een eigen bedrijf gehad. De laatste zes jaar daarvan runde ik een educatief ontwerpbureau. In die periode heb ik zelf veel lesprogramma’s, spellen, escape rooms en meer ontwikkeld voor allerlei klanten. Deze leslijn heb ik dan ook bewust vormgegeven met het idee dat het zo representatief mogelijk moest zijn voor hoe het er in het werkveld aan toegaat. Ik ben namelijk jarenlang stagebedrijf geweest, onder andere voor studenten van Creative Business. Na een tijdje krijg je een goed beeld van wat deze studenten al goed meekrijgen in de opleiding, en waar nog echt verbeterpunten liggen. Die punten heb ik meegenomen in dit project.
Uiteindelijk hebben de studenten hele creatieve en effectieve tools ontwikkeld voor het Mobiel Media Lab. Er werden drie games, vijf of zes verschillende folders en drie animaties met quizzen aangeleverd. De politie was zo tevreden dat ze uit elke categorie één tool hebben gekozen en die direct hebben opgenomen in het nieuwe lesprogramma.”
Hoe heb je het ontwikkelen en het begeleiden van dit project ervaren?
“Ik vond het ontzettend gaaf om dit project te mogen ontwikkelen. Een jaar geleden kwam ik hier voor het eerst binnen; ik werkte hier toen nog niet. In die periode was ik gevraagd om alleen mee te denken over de ontwikkeling van de specialisatie Educatie & Ontwikkeling. Later, rond de zomer, kreeg ik de vraag of ik de leslijn Tools wilde gaan ontwikkelen. Natuurlijk wilde ik dat!
Het ontwikkelen van de leslijn was al heel leuk, maar ik keek er vooral naar uit om met studenten te gaan werken. Ik had alles zorgvuldig voorbereid, maar ook bewust veel ruimte gelaten voor invulling tijdens het kwartiel. Zo heb ik in de eerste les aan studenten gevraagd wat ze graag wilden leren. Op basis daarvan heb ik de leslijn deels aangepast, zodat ik hen echt dingen leerde waar zij behoefte aan hadden.”
Hoe ziet het Mobiel Media Lab er nu uit?
“Aan het begin krijgen de basisschoolleerlingen een les van ongeveer een kwartier in het Mobiel Media Lab. Er hangt daar een beeldscherm, en de leerlingen werken in duo’s met een iPad. Ze bekijken korte animatiefilmpjes waarin casussen worden getoond over cyberpesten, sexting en grooming. Daarna maken ze een quiz met een aantal kritische reflectievragen over de video. Zo worden ze gestimuleerd na te denken over wat in die situatie het beste zou zijn om te doen. Deze les is ontwikkeld door studenten Romy de Haas en Nikki Stronk.
Daarna gaan de leerlingen naar buiten om een spel te spelen. Dit spel is ontwikkeld door studenten Margriet Vis en Mette Wolberink. In groepjes van drie of vier krijgen ze een kaart met daarop een casus over cyberpesten. Bijvoorbeeld: Mo krijgt op zijn telefoon een foto toegestuurd van zijn eigen grafsteen, met een datum waarop hij zogenaamd is overleden. Vervolgens krijgen ze de vraag wat hij in deze situatie zou moeten doen.
De groepjes rennen een stuk verder en kiezen uit een verzameling antwoordkaartjes degene waar volgens hen het juiste antwoord op staat. Op de achterkant van het kaartje kunnen ze lezen of hun antwoord goed was. Het spel bevat ook een competitie-element met de andere groepjes die tegelijkertijd met de opdracht bezig zijn.
Na de les krijgen alle leerlingen een folder mee, ontwikkeld door Demi Onderstal, Joaz Stevering en Ellen Altena, waarin de thema’s uit de les nog eens worden toegelicht. Daarin staat uitgelegd waaraan je dit soort situaties kunt herkennen en wat je kunt doen als het jou of iemand in je omgeving overkomt. Een duidelijke, compacte samenvatting. Een ander doel van de folder is dat ook de ouders zich kunnen inlezen in deze thema’s. Zo weten zij hoe ze signalen kunnen herkennen en hoe ze kunnen handelen als hun kind hiermee te maken krijgt.
Ik ben ook een keer langs geweest bij de vrachtwagen en heb gezien hoe het eraan toeging met een klas, en hoe de kinderen erop reageerden. Dankzij de ontwikkelde tools ontstonden er hele goede gesprekken. Ik heb met politieagenten gesproken en ook met degene die met de vrachtwagen door het hele land reist. Zij waren erg enthousiast over wat de studenten hadden gemaakt. Ook de opdrachtgever was onder de indruk. Die had niet verwacht dat onze studenten zulke mooie resultaten konden opleveren. Ze willen in de toekomst dan ook graag weer met Saxion samenwerken.”
Hoe ervaarden de studenten dit project?
“Ik merkte dat de studenten heel enthousiast waren tijdens de lessen, en ik kreeg ook vaak positieve feedback van hen. Tijdens de kwartielevaluatie kreeg het vak zelfs een 8,6 van de studenten. Dat was echt heel tof.
Ik had echt het gevoel dat veel studenten het erg betekenisvol vonden om met dit thema bezig te zijn en dat ze er veel empathie voor hadden. De meeste studenten zijn tussen de 18 en 22 jaar oud en zijn dus grotendeels opgegroeid met smartphones en sociale media. Het thema van dit project was hen dan waarschijnlijk ook niet volledig onbekend.
Ik vond het zo ontzettend leuk om te doen dat ik het bijna jammer vond dat ik een goede beoordeling kreeg. Niet omdat ik geen goede beoordeling wil, maar omdat je, als je geen goede beoordeling krijgt, het vak nog veel verder moet ontwikkelen. Krijg je een goede beoordeling, dan zeggen ze: ‘Het is goed en volgend jaar doen we dit weer.’ Maar ik wil volgend jaar een 10 halen. Dus daar ga ik gewoon voor.”