Mijn lieve Iris

Details van dit project
Studenten:

Ons leven was niet perfect. We hadden een klein huisje in Almere. Iris en ik waren al vrijjong getrouwd. We waren gelukkig, maar we hadden het ook moeilijk. Ondanks dat we allebei veel werkten, kwamen we amper rond. Het was stressvol. Dit veranderde allemaal toen Iris een baan aangeboden kreeg bij een laboratorium. Ze zou daar experimenteren met het dna van planten en mensen. Het bedrijf hoopte nieuwe wezens te creëren om de wereld te verbeteren. Ik had toen nooit kunnen bedenken hoe het uiteindelijk zou lopen. Het is alleen niet aan mij om te vertellen, het is tenslotte Iris’ verhaal

.…

Het was een dinsdagochtend. Hetzelfde als altijd. Ik werd wakker, zette koffie, en maakte mijn ontbijt. Ik zette de tv aan en besloot naar het nieuws te kijken. Naar buiten kijkend luisterde ik naar hoe de presentator over Azië sprak. Plotseling stopte ze met praten. Mijn hoofd draaide weer naar het scherm. Na een paar minuten ging ze weer verder: ‘Bestekijkers, excuses voor deze onderbreking. We hebben dringend nieuws binnen gekregen’. Ik zette het volume wat harder. ‘Door een gaslek zijn er gevaarlijke wezens ontsnapt uit eenlab in Flevoland.’ Mijn hart begon sneller te kloppen, ik werkte in dat lab… ‘We verplichten U om de komende 24 uur uw ramen en deuren te sluiten en…’ Ze zei nog iets maar ik hoorde het al niet meer.

Mijn gedachtes waren bij gisteravond. Gisteravond toen ik na sluitingstijd nog in dat lab was. Toen ik nog verder was gegaan met experimenteren terwijl mijn team al naar huis was. Ik probeerde niet in paniek te raken, maar op dat moment kon ik niet anders. Langzaam maar zeker realiseerde ik me hoeveel schade ik had aangericht. Ik wist wat voor ‘dingen’ ik had gecreëerd, en wat voor effect dit zou hebben op de wereld. Ik kon er niet eens over nadenken. Ik wist dat ik snel actie moest ondernemen, dus ik liep naar de schuur.

De zes dagen na die dinsdagochtend waren een levende hel. Ik besloot een antigif te ontwikkelen. Ik moest het in ieder geval proberen, ook al was er slechts een kleine kans dat het daadwerkelijk zou lukken. Ik had namelijk onderschat hoe moeilijk het zou zijn. Ik ben 24 jaar oud, en werk nog maar een paar maanden bij het lab. Ik heb beperkte kennis. Drie dagen achter elkaar heb ik in de schuur gewerkt, terwijl ik het nieuws stipt bijhield. Elke dag werd de stress erger en raakten meer mensen in paniek. Op dag 1 waren ze nog in Flevoland, maar inmiddels waren ze al voorbij België. Bovendien kon ik niet om hulp vragen, want dan zou iedereen weten dat ik de oorzaak was. Ook was ik de enige die het kon oplossen, omdat ik ze had gecreëerd.

Het is inmiddels bijna een week later. Ik zit aan mijn bureau in de schuur. Machteloos staar ik voor me uit. Ik heb alles geprobeerd, maar ik heb nog steeds geen antigif. Ik luister naar de radio. Het is een chaos op straat. Mensen beginnen wanhopig te worden, en zelfs de regering is ten einde raad. De wezens hebben zich inmiddels verspreid door heel Europa.Mijn hoofd begint te draaien. Ik voel me ziek. Er is geen uitweg uit deze ellende. De wereld komt tot een einde en het is mijn schuld. Ik sta op en loop uit de schuur. Ik begin te rennen.Hard. Ik ren mijn straat uit, richting het bos. Ik ren door het dorp langs de winkels. Ik zien ergens mensen op straat. Al snel raak ik buiten adem, maar ik ren alleen maar harder. Ik moet en zal hier wegkomen. Ik ren door het bos, nog steeds niemand. Ik stop en kijk om me heen. Het valt me op dat ik nog geen plant wezen ben tegengekomen. Ik kijk in de verte. Eendeken van mist bedekt de horizon. Er is nergens een teken van leven. Ik ben helemaal alleen. Mijn ademhaling versnelt en mijn hoofd begint weer te draaien. Voordat ik het weet wordt het zwart voor mijn ogen.

Het is koud in de kamer. Ik kijk hoe ze langzaam in- en uitademt. Haar borstkas gaat op en neer in een constant ritme. Door het licht van de tl-buizen lijken haar blonde haren nog lichter. Mijn knieën gaan nerveus op en neer terwijl ik op de dokter wacht. Ik haat het om haar zo te zien. Na wat voelde als twee uur loopt hij de kamer binnen. Ik sta op en geef hem een hand. ‘Goedenavond meneer de Vries,’ begint de arts. ‘We hebben de resultaten van Iris haar scan binnen gekregen’. Hij neemt een korte pauze voordat hij verder praat. ‘Iris heeft tijdens het gaslek levensbedreigende stoffen ingeademd. De kwaliteit van haar brein is flink achteruit gegaan. Hierdoor zal ze geen onderscheid meer kunnen maken tussenfantasie en werkelijkheid.’ Het duurt even voordat het binnenkomt wat hij zegt. Ik zak door mijn knieën op de grond. Ik geloof het niet. Ik vraag me af hoe we hier terecht zijn gekomen. In de afgelopen twaalf uur is ons leven compleet veranderd. Iris, mijn lieve Iris. Als ik haar niet had aangemoedigd om het contract te tekenen, was de Iris die ik kende er nog geweest.