Studeren in the States met oud CB’er Mirte – deel I

De één gaat na het afronden van de studie aan het werk, de ander maakt een lange reis. Oud-CB’er Mirte Mook (22) koos er na haar afstuderen voor om nog door te leren, maar zocht het over de grens en zelfs over de oceaan. Ze studeert een jaar in de Verenigde Staten en beschrijft in een korte serie op CB-Inside hoe ze dat beleeft. In dit eerste deel vertelt ze over haar indrukken tijdens haar eerste weken op de Amerikaanse campus.

Na jaren voorbereiden en aftellen is het eindelijk zover. Toch is het spannend wanneer ik met mijn volgestouwde rugzak en carry-on de slurf instap. Ik kan nog terug, bedenk ik me. Maar ik loop stevig door. Zodra Amsterdam even later in miniatuur verandert begint het besef te komen, en na ruim elf uur daalt het gelijktijdig met het vliegtuig.“Dear passengers, welcome to the United States of America.” 

Het is 9:00 uur Eastern Time wanneer mijn wekker afgaat. Ik rol uit het iconisch verhoogde bed, doe het rolgordijn openen knijp mijn ogen dicht zodra de strakblauwe lucht ze begroet. Good morning, Columbus. Oftewel de hoofdstad van de Amerikaanse staat Ohio en het hart van The Ohio State University, waar ik dit studiejaar rondloop als “Buckeye,” zoals iedere student wordt genoemd. Ik denk terug aan januari 2020, toen ik mijn droom voor het eerst hardop uitsprak: ik wilde studeren in de Verenigde Staten. En na oneindig lijkende voorbereidingen en het afronden van mijn hbo-bachelor word ik deze ochtend wakker op een van de grootste universitaire campussen van the land of the free. I made it. 

Ik loop zo zachtjes mogelijk mijn dorm uit, om de drie kamergenoten niet te wekken. Op naar de dining hall voor een vlug ontbijtje voordat mijn eerste college van de dag begint. Gelukkig ben ik inmiddels volledig gewend aan deEngelse taal, want de professor zou met zijn spreektempo een lokale veeveiling kunnen leiden. Vier volle pagina’s aan aantekeningen verder steek ik het natuurrijke centrum van het schoolterrein over richting de volgende les. Onderweg zie ik studenten op het gras frisbeeën en voetballen—of footballen, eigenlijk. (Yet, no, it’s not called soccer). Het is een bijzondere wereld, zo’n bruisende campus. En er is met ontelbare studentenclubs, sportgelegenheden en evenementen altijd en overal wat te beleven. 


Die avond passeer ik de sportvelden waar toevallig op dat moment de marchingband oefent. Mocht je nu denken aan een verlegen groepje trompettisten en trommelaars zal ik je beeld gauw corrigeren. The Best Damn Band of the Land, zoals de muziekgroep van ruim 140 Buckeyes in het land bekendstaat, is een van de populairste bezienswaardigheden in college football. Bij iedere thuiswedstrijd presenteert de band een dynamisch en muzikaal spektakel in de rust, voor de ogen van meer dan 102.000 toeschouwers in het enorme campusstadion en zo’n tien miljoen televisiekijkers thuis en in sportcafés. Ook ik zal binnenkort op de tribune plaatsnemen, en ondanks mijn schaarse speltechnische kennis kan ik niet wachten: de indrukwekkende stadiongeluiden zouden net zo goed van een finale van het WK-voetbal afkomstig kunnen zijn. 

Het is deze voelbare passie die me iedere dag weer doet verbazen. The Ohio State University staat hoog aangeschreven voor haar onderwijs, maar het is veel meer dan enkel een school. Het is een community, een merk, een geloof en een thuis—op campus en ver daarbuiten. Waar je ook bent, wanneer iemand “O-H!” roept hoor je verderop direct: “I-O!”

Ik begon aan dit avontuur met een doel: ervaringen opdoen. Twee maanden, een volle telefoonopslag en unieke vriendschappen later heb ik dit bijgesteld naar herinneringen maken. Want tegen eenieder die overweegt om ook zulke doodenge maar geweldige plannen te maken kan ik alleen maar zeggen dat de waarde ervan niet is uit te drukken. Mocht een laatste zetje nodig zijn: als nu niet het moment is…wanneer dan wel?

Go Bucks!